Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

De grootste visserijen op witte tonijn bevinden zich in de meer gematigde wateren. De populatie van witte tonijn in de Atlantische Oceaan omvat twee belangrijke bestanden: één ten noorden van de 5de breedtegraad en één ten zuiden ervan. In de Middellandse Zee leeft nog een afzonderlijk bestand.

 

Volwassen witte tonijnen kunnen tot 30 kg zwaar worden bij een lengte van 1,40 meter. Ze worden een tiental jaar oud en zijn geslachtsrijpheid op 4 of 5-jarige leeftijd. Dan meten ze 85 cm en wegen ze ongeveer 15 kg.

 

Op de Belgische en Nederlandse markt wordt witte tonijn ook onder de naam ‘albacore’ verkocht. Verwar de soort op basis van deze commerciële naam niet met Thunnus albacares, de geelvintonijn.

 

 

Witte tonijnen aan onze kusten

De meeste witte tonijn op de Europese markt komt uit het bestand van de noordoostelijke Atlantische Oceaan. De soort wordt er in de zomer gevangen, als jonge dieren langs de Franse en Spaanse kusten zwemmen, en in de wateren rond de Azoren. Vroeger werd witte tonijn gevangen met de hengel en levend aas. Deze visserij is bijna helemaal verdwenen toen op het einde van de jaren 80 meer productieve technieken opdoken. De visserij die zich focust op de jonge en bijna volwassen witte tonijnen die nabij het wateroppervlak zwemmen, wordt vooral beoefend door Franse en Ierse pelagische sleepnetvissers, en Spaanse lijnvissers en hengelvissers. Deze laatste twee vertegenwoordigen ongeveer 70% van de totale vangsten van witte tonijn uit het bestand van de Noord-Atlantische Oceaan. De volwassen witte tonijn leeft meer in volle zee en wordt door Aziatische beugvissers bevist in de Afrikaanse wateren. De Franse productie is heel seizoengebonden, waarbij de grootste aanvoer plaatsvindt van augustus tot oktober.

 

Welke soort een blikje tonijn precies bevat, is niet altijd aangeduid op de verpakking. Volgens de Europese wetgeving is het immers niet verplicht om de soort te vermelden op bewerkte visproducten.

 

Bestanden

• De stock in de Noord-Atlantische Oceaan – goed voor aanlandingen van 25 000 ton per jaar – was eerder overbevist, maar is zich sinds het midden van de jaren 90 aan het herstellen. Volgens de laatste gegevens (2016) wordt deze stock duurzaam bevist. Voor 2018-2019-2020 raadt de ICCAT aan om het jaarlijkse vangstniveaus op 33 600 ton te houden en zo de duurzaamheid van de stock te blijven garanderen. Om deze vangsten te kunnen blijven garanderen, wordt aangeraden om het aantal vaartuigen van elke lidstaat te limiteren.

 

• De stock van witte tonijn in de Middellandse Zee werd in 2017 geëvalueerd en lijkt duurzaam beheerd, ondanks het ontbreken van gedetailleerde gegevens. Sinds 2011 vragen wetenschappers aan ICCAT om maatregelen te nemen om de vangsten en de visserijdruk te beperken, maar ondertussen is er nog steeds geen sprake van instandhoudingsmaatregelen voor deze stock. In 2014 bedroeg de gerapporteerde aanvoer 2 373 ton, waarvan de meeste vangsten gedaan worden door de beugvisserij. Italië is de belangrijkste producent van mediterrane witte tonijn, goed voor ongeveer 65% van de totale vangsten.

 

• De stock in de Zuid-Atlantische Oceaan: in 2012 werd 24 700 ton gevangen en 15 000 ton in 2015. De toestand van dit bestand is verbeterd sinds 2013 en wordt nu op een duurzaam niveau bevist. De Totale Toegestane Vangsten (TAC) voor 2017-2018 liggen vast op 24 000 ton (zelfde niveau sinds 2012). Wel raadt de ICCAT aan de visserijstaten aan om de vangstgegevens beter op te volgen en correcter te rapporteren.

 

• De vangstvolumes uit de stock in de zuidelijke Stille Oceaan bedragen om en bij de 68 000 ton en zijn volledig toe te schrijven aan de beugvisserij. De visserijdruk neemt er de laatste jaren steeds meer toe, voornamelijk door Chinese vaartuigen, waardoor de stock in gevaar komt. De commissie voor de bescherming en visserijbeheer van grote migrerende soorten in de westelijke en centrale Stille Oceaan (WCPFC) stelt geen vangstlimieten in, waardoor het gevaar dreigt op overbevissing. De commissie raadt aan om de visserijsterfte te beperken door het aantal vissersvaartuigen per lidstaat te limiteren (en hierbij aan kuststaten een hoger aantal toe te staan). De limiet wordt berekend op basis van het aantal schepen actief in 2015.

 

• De stock in de noordelijke Stille Oceaan – vertegenwoordigd door vangstvolumes van 65 000 ton – is momenteel licht overbevist, hoewel de biomassa van de paaiende dieren is nog niet aangetast. Het bevriezen van de visserijsterfte op het huidige niveau is dan ook sterk aanbevolen.

 

• De stock van witte tonijn in de Indische Oceaan wordt bevist op het niveau voor een Maximaal Duurzame Opbrengst (MSY). In 2015 werd 35 000 ton witte tonijn opgevist uit deze stock. Wetenschappers denken dat vangsten tot 40 000 ton nog duurzaam kunnen zijn, hoewel er toch onzekerheid heerst rond dit cijfer. Er zijn voor deze stock geen beschermings- of beheermaatregelen van kracht. Witte tonijn wordt er vooral bevist door beugvissers afkomstig uit Taiwan, China en Indonesië. De visserij had in de afgelopen jaren erg te lijden onder de piraterijactiviteiten in het westelijke deel van de Indische Oceaan.

 

Witte tonijn : excellent!

In de jaren 80 werden Franse consumenten met veel propaganda aangezet om in de zomermaanden meer verse witte tonijn te eten. Toch nam het verbruik ervan stelselmatig af. Vissersschepen uitgerust met pelagische sleepnetten, hebben de traditionele visserij met hengel en drijvende kieuwnetten naar de vergeethoek doen verdwijnen. Maar de kwaliteit van witte tonijn die met een sleepnet wordt gevangen, is ruim onvoldoende om aan de eisen van de versmarkt te beantwoorden (de vis loopt te veel schade op in de kuil van het sleepnet).

 

Heel vaak leidde een mismatch tussen de aanvoer (van grote volumes zeer beschadigde vis) en de noden van de markt tot zeer lage prijzen in de vismijn, en geleidelijk tot het verdwijnen van lokale witte tonijn op de versmarkt. Het aanbod van verse witte tonijn is tegenwoordig zeer beperkt in volume en bereikt enkel de viswinkels langs de Franse kust. Aan de andere kant is er een sterke vraag naar verse tonijn van hoge kwaliteit, waarbij dan gebruik wordt gemaakt van importproducten. Vandaag de dag gaat een groot deel van de witte tonijn die in Frankrijk wordt aangevoerd naar Spaanse en – in mindere mate – Franse conservenfabrieken. Witte tonijn is eveneens diepgevroren beschikbaar.

 

België importeert jaarlijks 318 ton witte tonijn (82% uit Duitsland): 303 ton vers en gekoeld, 15 ton ingevroren.

 

In 2016 importeerde België 21 500 ton tonijn (alle soorten samen), waarvan 83% ingeblikt. In datzelfde jaar importeerde Frankrijk 117 666 ton tonijn (alle soorten samen): 5% vers (vnl. uit Spanje), 9% diepgevroren (vnl. uit Zuid-Korea en Mauritius) en 85% in blik en als filet (vnl. uit Spanje en de Seychellen).

 

TE ONTHOUDEN

  • Witte tonijn uit de Indische Oceaan en de (noordelijke en zuidelijke) Atlantische Oceaan kan worden aangeraden (ten volle beviste stocks op een duurzaam ingeschat niveau).
  • Witte tonijn afkomstig uit de (noordelijke en zuidelijke) Stille Oceaan en de Middellandse Zee is met mate te consumeren (wegens de zwakke beheermaatregelen van toepassing op deze stocks).
  • Vermijd witte tonijn die gevist is door gebruik te maken van lokboeien (FAD’s).
  • Witte tonijn die met de hengel of de lijn gevist wordt, is heel erg gegeerd bij kenners.
  • Tien visserijen van witte tonijn beschikken over een MSC-label: negen in de Stille Oceaan, en een Spaanse visserij in de Noordoost-Atlantische Oceaan.

WEETJES

Een behandeling met koolstofmonoxide geeft tonijn een intens rode kleur. Behandelde stukken kunnen zo visueel vers lijken, terwijl chemische aantasting of bederf door micro-organismen verdoezeld wordt. Deze bewaarmethode kan mogelijks een gevaar voor de volksgezondheid opleveren en is sinds 2004 verboden op de Europese markt, maar toch is enige waakzaamheid geboden.