Overslaan en naar de inhoud gaan

Christian Rambaud

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

 

Christian Rambaud

Hoofd van de dienst Handelsbesprekingen en Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij van DG Mare (Directoraat-Generaal Maritieme Zaken en Visserij) van de Europese Commissie

 

 

Hoofd van de dienst Handel en Markten van DG Mare (Directoraat-Generaal Maritieme Zaken en Visserij)

Christian Rambaud begon voor de Europese Commissie te werken in 1986 en heeft sindsdien verschillende functies uitgeoefend, steeds rond het thema visserij. Als hoofd van de eenheid Handel en Markten van DG Mare is hij vooral bezig met het vermarkten van visserij- en aquacultuurproducten binnen de zogenaamde GMO (gemeenschappelijke marktordening). Er wordt hierbij ingezet op drie pijlers: de organisatie van de sector, de verkoop van producten en informatie naar de consument.

 

In Europa evolueren we in de goede richting. Maar er is nog wel werk aan de winkel, vooral als het gaat over het communiceren naar de consument.
Christian Rambaud heeft de sector de laatste 25 jaar zien veranderen. Toen men constateerde dat bepaalde producten uit zee steeds zeldzamer werden, kwamen de  diverse actoren in de keten geleidelijk aan tot het besef dat er iets moet veranderen: “De producenten zijn vanaf 2010 pas echt beginnen beseffen dat er iets moest gebeuren, of dat anders de sector  ten gronde zou gaan. Dit besef is er gekomen doordat politiek duidelijke standpunten werden ingenomen, nadat diverse NGO’s rond dit thema een globale mentaliteitsverandering hadden veroorzaakt.”


“Inmiddels is de sector in de goede richting aan het evolueren en zijn alle actoren in de visketen geëngageerd om voor duurzaamheid in de drievoudige zin te gaan, waarbij zowel met economische, ecologische als sociale parameters wordt rekening gehouden. Op initiatief van de Europese Commissie, zijn de visserijministers van de verschillende lidstaten en de Europese parlementsleden vanaf 2014 bezig om objectieven, spelregels en middelen vast te leggen die moeten leiden tot een meer duurzame en verantwoorde visserij en aquacultuur.”


Zo stelde Europa een aantal instrumenten in werking om enerzijds de eigen bestanden beter te beheren, en anderzijds invloed uit te oefenen op het beheer van bestanden elders ter wereld, waarvan producten op de Europese markten verschijnen. Deze nieuwe instrumenten moeten de tekortkomingen van het Europese maritieme beleid uit de jaren 80 verzachten. Zo is er o.a. de nieuwe etiketteringsregelgeving, die oplegt dat de visserijmethode en het visgebied moeten vermeld worden. De nieuwe etiketteringsregels voor visserij- en  aquacultuurproducten zijn volgens Christian Rambaud “een ondersteuning naar meer duurzaamheid, een belangrijk communicatiemiddel tussen producenten en consumenten, die  gemakkelijker kunnen ontcijferen wat ze kopen en zo bewuster hun aankopen kunnen kiezen.”

 

Op de nieuwe etiketten moet het gedetailleerde vangstgebied en de gebruikte vistechniek vermeld worden. Zo wordt het gemakkelijker om in te schatten of het product afkomstig is uit een bestand dat in goede staat verkeerd, en of het opgevist is met respect voor het milieu.

 

“De stijgende vraag naar meer duurzame consumptieproducten vereist dat de producenten op een andere manier gaan praten over hun aanbod. Het in werking stellen van de nieuwe etiketteringsregels is een grote uitdaging voor de ganse visketen, maar ook voor de media, de lesgevers, voor allen die een rol spelen in de bewustwording van de consument en in de gedragsverandering. Naast het etiket zelf is het vooral de communicatie errond die dingen zal doen bewegen.”


Over de moeilijkheden die gepaard gaan met het in werking stellen van deze nieuwe reglementering: “We staan nu aan het begin van een nieuw era. Alle producten staan voortaan op gelijke voet. Vanaf nu is de consument aan zet om een bewuste keuze rond de duurzaamheid van zijn voedsel te maken. Maar hoe dan ook zal het nog wel een tijdje duren voordat dit systeem op kruissnelheid zit, omdat het algemene besef rond duurzaamheid bij de bevolking nog relatief laag ligt. Wat voor sommigen nu als hinderlijk wordt gezien, zal door de komende generaties als niet duurzaam worden beschouwd.”


De grote uitdaging voor de komende jaren, is om milieubewustwording te creëren in andere regio’s van deze wereld, met Afrika en Azië op kop. “Hoewel het bezorgde Europa  meewerkt aan een beter bestuur van de oceaan en al ver staat op dit vlak, is de bewustwording in andere delen van de wereld nog veel lager. Sommige landen hebben een grote visserijcapaciteit, maar zijn nog niet helemaal mee met de principes van duurzaamheid. Omdat de Europese markt voor visproducten een van de grootste en solide ter wereld is, heeft de Europese Unie de commerciële kracht om iets te doen bewegen. Momenteel komt 65 % van wat aan vis, schaal- en schelpdieren geconsumeerd wordt in Europa uit import. Europese wetgeving verhindert dat producten het Europese grondgebied binnenkomen die afkomstig zijn uit illegale visserijen of die niet voldoen aan de regels opgelegd door de visserijlanden.  Het blijkt een onomstreden instrument om dingen te doen bewegen aan de ander kant van de wereld.”